Nicolien Wijnhoven
Wat houdt uw werk in (gerelateerd aan seksuologie)?
Sinds ik afstudeerde in 1999 werk ik als psycholoog in de gezondheidszorg, waarbij ik vooral individuele psychologische behandeling heb gedaan bij verschillende werkgevers. Momenteel zit ik sinds 5 jaar bij de GGzE. Zoals niet ongebruikelijk in dit vak ben ik na het afstuderen naast het werk altijd bezig geweest met diverse bijscholing, waardoor ik eerst cognitief gedragstherapeut werd en daarna gz psycholoog, voorts EMDR therapeut en in december 2016 jawel: seksuoloog. Tenminste, toen rondde ik het theoretisch gedeelte af. Nu ben ik in opleiding tot Klinisch psycholoog en probeer binnen dat traject ook zoveel mogelijk ervaring op te doen met seksuologische hulpverlening. In het kader van mijn huidige opleidingstraject zit ik elk jaar op een andere werkplek. Momenteel werk ik met mensen met autisme. In deze doelgroep zijn veel cliënten met vragen rondom hun seksualiteit. Ik krijg van mijn cliënten vooral veel vragen rondom seksuele identiteit in brede zin, soms meer duidelijke genderdysforie. Op het nationaal autisme congres was een spreker die ook aangaf dat deze problematiek binnen deze doelgroep veel voorkomt.
Volgend jaar ga ik naar Muces, seksuologie poli van het Maxima Medisch Centrum, en daar heb ik ontzettend veel zin in. Voor mij een mooie kans veel te leren en de seksuologie te ervaren in een andere context, dus buiten de psychiatrie.
Wat was uw drijfveer om zich met seksuologie / seksualiteit bezig te houden?
Wat ik elke keer weer mooi vind is het kwetsbare spanningsveld waarbinnen iemand zijn schroom overwint om te praten over dingen waarover het toch vaak niet makkelijk praten is. Mooi vind ik het om te zien dat de spanning vaak toch snel van iemand af valt en plaatsmaakt voor opluchting en/of dankbaarheid. Wat me is opgevallen in mijn werk in de psychiatrie is dat het vaak niet de moeilijkste of meest complexe casuïstiek is binnen mijn werkveld, dus bijvoorbeeld vergeleken met ernstige hardnekkige depressieve beelden, complex trauma of psychotische beelden. Op het vlak van de seksuologie is uiteindelijk vaak mijn conclusie dat het met relatief weinig interventie soms al heel veel kan opleveren. Daarmee vind ik het vaak heel erg dankbaar werk.
Wat was uw mooiste ervaring op professioneel vlak?
Eigenlijk zeg ik hierboven daar al iets over. Ik vind het vaak mooi als iemand je dingen durft te vertellen waar nog niet eerder over is gesproken. Dat doet vaak zoveel. Ik denk aan een jongeman die vanuit een parafilie het gevoel over zichzelf had een monster te zijn. Het heeft niet eens veel gesprekken gekost om dat te ontzenuwen toen hij er eenmaal over durfde spreken. Als mensen bij zichzelf iets bespeuren dat ze als afwijkend ervaren is het niet moeilijk te begrijpen dat vaak een eerste reactie is om het daar vooral niet over te hebben. Immers je anticipeert in zo'n geval op afwijzing. Daarmee gaat het alleen niet weg. Vaak wordt het alleen maar erger. Het gaat z'n invloed hebben op hoe je naar jezelf kijkt en dat is een centraal aspect van ons psychisch welbevinden, op dit vlak kan erg veel lijdenslast zitten. Het is mooi als we door te luisteren zonder oordelen en soms door het geven van informatie een positieve herstellende werking kunnen hebben op dit fenomeen.
Wat is volgens u een onderbelicht onderwerp binnen het vak?
Fascinerend is wanneer je kijkt naar seksuologie binnen de psychiatrie is dat het in z'n geheel wat onderbelicht is en dat al jaren lang. Je kunt studies vinden van meer dan twintig jaar geleden waarin dat reeds wordt aangetoond. En toch is het nog steeds zo. Het is kennelijk niet makkelijk te ondervangen. Het is een wonderlijke tegenstrijdigheid dat zoveel liedjes gaan over seks (en andere kunsten, beelden, films en grappen) maar dat er tevens een universeel gedeelde notie bestaat dat het privé is en dat je er dus niet over praat. Dus enerzijds struikel je over seks in het dagelijks leven. Anderzijds vinden we het normaal om in de pauze wel tegen je collega te vertellen over bijvoorbeeld het conflict dat je hebt met je puberende kind, maar niet over de seks die je had met je partner. De schroom die we voelen bij het praten over seks vind ik een interessant psychologisch fenomeen. Ik ben er zelf niet van gevrijwaard en dat heeft me ooit doen twijfelen aan de keuze voor dit werkveld. Inmiddels vind ik het meer een pre als een nadeel. In de maatschappij zie je vaak een trend waarin er haast een soort taboe ontstaat op onze schroom. Dat is ook een apart fenomeen.In de psychiatrie is nog op grote schaal sprake van een soort schroom of anderszins vermijding. De seksuologische zorg voor onze psychiatrische patiënten, daarin is nog ruimschoots ruimte voor verbetering, als je het mij vraagt.
Wat is uw passie naast uw werk?
Thuis hebben wij een heel aantal huisdieren die hun aandacht nodig hebben. Dat helpt mij goed om een balans tussen werk en andere zaken te behouden. We hebben onder andere twee pony's waarvan eentje de leeftijd heeft bereikt om aan het werk te gaan. Om deze pony met een wat onstuimig karakter netjes op te leiden totdat ik erop kan rijden, dat vind ik een hele uitdaging, die ik met passie aanga.
Heeft u een boekentip (gerelateerd aan seksuologie?)?
Ik moet voor de opleiding natuurlijk voortdurend erg veel lezen. Er is weinig ruimte voor vrije keuze op dit moment en voor fijne boeken is dus weinig tijd. Een boek dat ik zelf erg graag wil gaan lezen is me aangeraden door Iva Bicanic tijdens een lesdag over seksueel geweld (een aanrader) en dat is een boek van Agnes van Minnen met de titel Verlamd van Angst. Een boek dat ik aan het lezen ben en dat ik zeer kan aanraden eveneens op het vlak van trauma is van Bessel van der Kolk en heet Traumasporen.